Navigation bar
  Print document Start Previous page
 21 of 73 
Next page End 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26  

Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
21
Het concert was op woensdag. Zaterdags reden zij en haar moeder weer naar Bolton om hun
boter en eieren te verkopen. Toen ze thuis kwamen, opende Inez de zitkamer, die nooit
gebruikt werd, en veegde hem en stofte af. Haar moeder en zij vonden het een prachtige
kamer. Sinds de begrafenis van haar vader was hij niet meer open geweest. Toen ze die dag de
deur ontsloot, leek het net of ze de lange doodskist midden op de vloer zag staan, net als toen.
Ze rilde een beetje. 'Ik denk dat mensen die moeilijkheden hebben gehad, achteraf
doodskisten zien zelfs als ze gelukkig zijn', mompelde ze bij zichzelf. Toen ging ze aan de
slag. Er stond een groot mahoniehouten bureau in de hoek van de kamer; er stonden wat
stoelen met rieten zittingen stijfjes opgesteld; tussen de twee ramen aan de voorkant stond een
ouderwets kaarttafeltje met daarop de gedichten van Mevrouw Heman en de mooiste lamp
met een kralen lampekap. Daarboven hing een smalle spiegel met een vergulde lijst.
Mevrouw Morse hoorde dat Inez aan het werk was en kwam binnen. 'Wat ben je in
vredesnaam aan 't doen; Inez?' vroeg ze verwonderd.
'Ik dacht, ik knap het hier een beetje op. Willy Linfield zei dat hij - misschien - even langs zou
komen op zondagavond.' Inez keek haar moeder niet aan. Op de een of andere manier voelde
ze zich beschaamder tegenover haar dan dat ze zich tegenover een intelligentere vrouw zou
hebben gevoeld.
'Wel heb ik ooit, Inez, 't is toch niet waar! Je hebt een aanbidder zo waar als ik hier sta! Je
vader bleef regelmatig komen toen we voor het eerst voor de zondagavond hadden
afgesproken. Je moet een nieuwe pit in die lamp doen, Inez.'
'Ik zal ervoor zorgen, moeder', antwoordde Inez kort. Ze was zelf erg blij, maar ze was boos
op haar moeder, omdat die zo duidelijk liet merken dat ze opgetogen was; het leek alsof haar
vreugde daardoor verminderde.
Op zondag ging Inez 's morgens en 's middags met haar moeder naar de kerk. Na de
ochtenddienst ging ze ook naar de Zondagsschool. Ze zat in een klas met meisjes van haar
eigen leeftijd. Op de een of andere manier had ze nooit gevoeld dat ze ook maar enigszins bij
hen hoorde. Ze had nooit de dingen gehad die zij hadden gehad, of dingen gedaan die zij
deden. Vandaag keek ze naar hen met het gevoel van verwantschap. Zij was ook een meisje.
Drie of vier van hen hadden verkering. Inez keek naar hen en dacht er aan dat zij dat ook had
en dat haar aanbidder vanavond kwam, net als de hunne.
Ze had zondags net zo goed werk te doen als door de week. De koeien moesten gemolken
worden en de kippen gevoerd. Maar na het avondeten verkleedde ze zich en deed haar nieuwe
rode lint om. Ze plukte een boeketje rozen uit de voortuin (er stonden een paar van deze
kleine rozen half verscholen tussen het hoge gras) en schikte ze in een oud wijnglas op de
schoorsteenmantel in de zitkamer. Toen ze Willy's voetstappen op het leistenen pad hoorde en
zijn kloppen op de voordeur, begon haar hart te bonzen als nooit tevoren.
'Daar is je aanbidder, Inez!' riep haar moeder; hij is er!'
Inez was vreselijk bang dat Willy zou horen wat haar moeder zei; alle ramen stonden open.
Trillend liep ze naar de deur en noodde ze hem in de fraaie zitkamer.
Mevrouw Morse bleef in de keuken. Buiten werd het donkerder. Ze kon het zachte gemompel
van stemmen in de zitkamer horen. 'Inez is daarbinnen met haar aanbidder', zei ze. 'Net zoals
vroeger haar vader en ik, maar dat is voorbij. Alles heeft iets vreemds.'
Daarna kwam Willy Linfield vaak op zondagavond. Iedereen zei dat Willy Linfield met Inez
Morse ging. De mensen vroegen zich af wat hij in haar zag. Hij was een knappe, nogal
fatterige jonge kerel en Inez was zo gewoon in haar manier van doen. Ze zag er wel tien jaar
ouder uit dan hij, alhoewel ze ongeveer van dezelfde leeftijd waren.
Op een maandagmiddag vertelde ze haar moedcr dat Willy haar de avond tevoren ten
huwelijk had gevraagd. De twee vrouwen zaten bij het keukenraam uit te rusten. Ze hadden de
was gedaan en waren net klaar. De keuken vloer was net geschrobd; alles zag er vochtig en
schoon uit. 
Previous page Top Next page