Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
23
beperkte middelen, achtervolgde haar. Gedurende de volgende drie jaar spande ze zich tot het
uiterste in. Ze ontzegde zich zelfs nog meer dan ze vroeger gedaan had. Soms dacht ze dat
haar kleren nauwelijks geschikt waren om er mee naast Willy te verschijnen, hij zag er altijd
zo netjes uit. Maar ze dacht dat hij wel wist waarom ze zo armoedig gekleed ging en dat hij
het niet erg vond. 'Het brengt het moment dat we onze eigen honing kunnen eten dichterbij',
zei ze.
Willy was haar heel lang trouw; maar het laatste half jaar van het derde jaar, liet hij af en toe
verstek gaan. Soms kwam hij zondagsavonds niet. Inez zat daar een beetje over in, maar ze
twijfelde niet echt aan hem, hij was haar zo lang trouw geweest. Er moest trouwens nog maar
één betaling op de hypotheek gedaan worden en ze was daarover zo in de wolken, dat ze over
alles vol goede hoop was.
Toch was ze niet echt opgetogen toen ze op een middag naar het notariskantoor ging en de
laatste betaling deed. Ze was minder gelukkig dan ze had verwacht. Willy was nu al drie
weken niet meer bij haar geweest. Ze had hem zelfs niet in de kerk gezien.
Toch ging ze rechtstreeks van het notariskantoor naar zijn huis; dat was de oude afspraak
tussen hen geweest, die ze lachend gemaakt hadden. Ze zou hem het goede nieuws komen
vertellen; dan zou hij met haar naar huis gaan en het feestelijke maal van crackers en honing
met hen eten.
Ze ging meteen door de zijdeur naar binnen en liep de zitkamer in. Ze kende het huis goed. In
de zitkamer zaten Willy's moeder en zuster. Ze schrokken alle twee op toen ze haar zagen.
'Oh moeder, hier is ze!' riep Hattie uit, zonder tegen Inez te spreken.
Het hart zonk Inez in de schoenen, maar ze probeerde gewoon te praten.
'Waar is Willy?' vroeg ze. 'Hij is toch al wel thuisgekomen van de winkel, hè? Ik heb de
laatste betaling op de hypotheek gedaan en dat kwam ik hem vertellen.'
Moeder en dochter antwoordden niet maar staarden zwijgend, in de grootste verlegenheid
gebracht, naar elkaar.
'Oh, Inez!' riep Hattie op het laatst uit, alsof ze niets anders te zeggen had. 'Kom even in de
mooie kamer met me, Inez', voegde ze er na een tijdje aan toe.
Bevend volgde Inez haar.
Hattie deed de deur dicht en sloeg haar armen om Inez heen.
'Oh, Inez!' riep ze weer uit en ze begon te huilen; 'Ik weet niet hoe ik het je moet vertellen.
Willy heeft je zo verschrikkelijk gemeen behandeld. We hebben allemaal met hem gepraat,
maar dat heeft niets geholpen. Oh, Inez, ik kan het je niet vertellen. Hij is vanmiddag - naar
West Dorset gegaan om te trouwen! Oh, Inez!'
'Met wie trouwt hij?'
'Ze heet Tower - Minnie Tower. Oh, Inez, het spijt ons zo verschrikkelijk! Hij kent haar nog
niet zo lang. Zoiets hadden we nooit kunnen denken.'
'Het geeft niet', zei Inez rustig. 'Stel je niet zo aan, Hattie. Misschien is het zo wel het beste.'
'Maar, vindt je het niet érg, Inez?'
Aan het gezicht van Inez viel niets af te lezen en ze was meelijwekkend kalm. 'Het heeft geen
zin te kniezen over iets wat toch niet veranderd kan worden', zei ze. 'Ik geloof niet dat Willy
slecht gehandeld heeft. Ik heb hem lang laten wachten.'
'Dat was het probleem, Inez.'
'Ik kon het niet helpen. Ik zou het weer zo doen..'
Inez nam het zo kalm op, dat het andere meisje opfleurde. Ze had zich angstig en wanhopig
gevoeld maar haar gevoelens gingen niet erg diep.
'Inez', zei ze aarzelend, toen zij aanstalten maakte om te vertrekken; 'ze hebben boven een
kamer in orde gemaakt, weet je; zou je die willen zien? Hij is echt mooi.'
Inez rilde. Hoewel ze wist dat het meisje het goed bedoelde, trof deze steek haar tot in het
diepst van haar hart.