Navigation bar
  Print document Start Previous page
 57 of 121 
Next page End 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
57
worden dat haar rusteloosheid op zich al 'ziek' was, een bewijs te meer van de noodzaak tot een
ingeperkt, inaktief bestaan. En als ze wel over de verlammende veronderstelling van aangeboren
ziekelijkheid heen kwam en ongewone dingen begon te doen, was er altijd wel een dokter te
vinden om een terugkeer voor te schrijven naar wat als normaal werd beschouwd.
In feite kwam de mediese aandacht die op deze vrouwen gericht was neer op een heel effektief
bewakingssysteem. Dokters waren in de gelegenheid om de eerste tekenen van opstandigheid te
ontdekken en om ze te duiden als 'symptomen' van een ziekte die genezen moest worden. 
Het omverwerpen van de rol van zieke
Het zou een misvatting zijn om aan te nemen dat vrouwen louter de passieve slachtoffers waren
van een medies terreurregiem. Op bepaalde manieren waren ze in staat om de rol van zieke te
gebruiken voor hun eigen voordeel, in het bijzonder als een vorm van geboortebeperking.
Voor de 'welopgevoede' vrouw, voor wie seks werkelijk weerzinwekkend was, en tegelijk een
'plicht', of voor iedere vrouw die zwangerschap wilde vermijden, was 'je ziek voelen' een uitweg,
en veel andere waren er niet. Voorbehoedmiddelen waren niet te krijgen, abortus was riskant en
onwettig. Het zou nooit in het hoofd van een respektabele arts opkomen om een dame advies te
geven over geboortebeperking (als hij enig advies te bieden had, wat onwaarschijnlijk is), of om
aan te bieden abortus te plegen (volgens de officiële mediese propaganda tenminste). In feite
besteedden artsen er heel wat energie aan om te 'bewijzen' dat geboortebeperking en abortus
wezenlijk ongezond waren, en ziektes als kanker konden veroorzaken. Maar een arts kon een
vrouw helpen door haar bewering dat ze te ziek was voor seks te ondersteunen, hij kon
onthouding aanbevelen. Dus wie weet hoeveel van deze kwijnende teringlijdsters en lusteloze
invaliden van deze periode in werkelijkheid gezonde vrouwen waren, die ziekte veinsden om
seksuele omgang en zwangerschap te ontlopen?
Als sommige vrouwen hun toevlucht namen tot ziekte als een middel tot geboorte- en
seksbeperking, anderen gebruikten het zonder twijfel om aandacht te trekken en een beperkte
mate van macht binnen hun familie te verwerven. Tegenwoordig is iedereen vertrouwd met de
(seksistiese) mythe van de schoonmoeder wier symptomen net toeslaan tijdens familiekrisissen.
In de 19e eeuw ontwikkelden vrouwen, in epidemiese aantallen, een syndroom dat zelfs dokters
soms eerder uitlegden als een greep naar de macht dan als een echte ziekte. De nieuwe ziekte
heette hysterie, en deze vormde in veel opzichten het hoogtepunt van de kultus van vrouwelijke
invaliditeit. Hij tastte bijna uitsluitend vrouwen uit de betere standen aan; hij had geen
waarneembare lichamelijke oorzaak; en hij bood weerstand aan iedere vorm van mediese
behandeling. Alleen alom deze redenen is het waard om er wat meer aandacht aan te besteden.
Een arts uit die tijd beschreef de hysteriese aanval als volgt:
'De patiënt...verliest de gewone gelaatsuitdrukking, die vervangen wordt door een lege blik;
wordt geagiteerd; valt als zij tevoren stond; beweegt haar ledematen wild en krampachtig;
verdraait het lichaam in allerlei heftige kronkelingen; slaat zich op de borst; trekt aan haar haar ;
probeert zichzelf en anderen te bijten; en, al is het een tengere vrouw, legt een kracht aan de dag
die soms 4 of 5 mensen nodig maakt om haar in bedwang te houden.'
Hysterie nam niet alleen de vorm aan van aanvallen en flauwvallen, maar verscheen ook in
allerlei andere vormen: hysteries stem verlies, verlies van eetlust, hysteries hoesten en niezen,
en, natuurlijk, hysteries gillen, lachen en huilen. De ziekte verspreide zich met enorme snelheid,
en toch bijna uitsluitend onder een selekte clientèle van deftige blanke vrouwen in de steden in
de leeftijd van 15 tot 45 jaar. Deze 'verwarrendste, geheimzinnigste en meest rebelse van alle
ziekten' werd een obsessie voor de artsen. In bepaalde opzichten was het een ideale aandoening:
hij was nooit dodelijk en hij vereiste een bijna eindeloze hoeveelheid mediese aandacht. Maar
het was geen ideale ziekte vanuit het gezichtspunt van de echtgenoot en de familie van de
http://www.purepage.com Previous page Top Next page