Navigation bar
  Print document Start Previous page
 64 of 121 
Next page End 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
64
Mijn kind heeft ook al faalangst
Eerst dacht ik dat onze psychotherapie (die twee jaar duurde) me erg veel geholpen had.
Nu merk ik dat ik weer keurig aangepast ben aan m'n situatie.
Ja, ik kan het nu bijna allemaal verwoorden wat er aan de hand was, m'n gedrag plaatsen,
maar met m'n emoties kan ik nog geen kant op, ik kan nog bijna niet huilen, kan ook niet
tegen het huilen van de kinderen en raak ervan in paniek en word agressief. Ik weet met
m'n eigen agressie (en van anderen) totaal geen raad en voel me afschuwelijk dat ik het
dan op de kinderen afreageer. Ik geef ze veel te gauw een tik of smijt ze de gang op en
dreig met rotdingen.
Ik heb het gevoel dat er zoveel boosheid in me zit over alles, ook nog van veel vroeger.
We moesten lief zijn voor elkaar want dat wilde God, niet waar! Wij meisjes mochten
ook niet vechten, we knepen stiekem. Ik voelde me zo afschuwelijk met al die overmacht,
dat je nooit goed was, zoals je was en je mocht nooit iets terugdoen. 
En nu doe ik tegen mijn kinderen vaak hetzelfde als mijn ouders tegen mij. Ik maak ze
ook rijp voor een psychiater. Mijn kind heeft ook al faalangst.
Ik stik in m'n schuldgevoel. Ik doe te veel verkeerd. 
De depressie:
de uiteindelijke vlucht van het gevoelsleven
Alle inrichtingspsychiaters komen met patiënten in aanraking, die in een depressie zitten.
Zij weten echter niet wat het is en kleunen steeds mis. Misser op misser.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page