Navigation bar
  Print document Start Previous page
 67 of 121 
Next page End 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
67
Toen mijn zoon geboren was, veranderde er nog niet veel, wat ik wel gehoopt had. Als
het kind 's nachts huilde moest ik eruit, ook al mocht ik nog niet van de dokter, want HIJ
had z'n rust nodig (ik dus niet).
Een klein jaar na ons huwelijk kregen we een ander huis, nogal een eind bij zijn huis
vandaan, ik dacht: nu is hij ver van zijn moeder vandaan, dan wordt het wel beter tussen
ons, maar vergeet het maar. Als ik probeerde hem op zijn verantwoordelijkheid als vader
te wijzen, kreeg ik prompt als antwoord: hij ging toch werken en bracht het geld binnen?
De rest was voor mij. Ook de hele verantwoording voor uitgaven en alles wat daarbij
komt.
Na 21 maanden kwam de tweede zoon en kon ik toen de situatie niet goed meer aan en
begon me te verweren dat ik overal alleen voor stond en kreeg steeds te horen dat ik niet
normaal was. Tot ik helemaal in de kramp zat en begon te smijten met dingen die ik zo
vlug maar te pakken kon krijgen. Toen was het bewijs er duidelijk en hij ging naar de
huisarts. Die kwam onmiddellijk en gaf me een spuitje. Ik werd in het ziekenhuis wakker.
Was toen weer in verwachting,van de derde zoon die daarna geheel voldragen
doodgeboren is.
Daarna heb ik nog een dochter gekregen, vijf jaar na de tweede en heb daar heel bewust
van genoten na die drie jongens. 
Door de scholen waar de kinderen naar toe gingen en de radio werd ik steeds meer
bewust dat als we het niet samen deden, wat hij niet wilde, ik dan maar alleen de
kinderen op moest voeden. Intussen had ik nog steeds kontakt met een neuroloog en kon
daar helemaal niet mee praten. Wel moest ik steeds pillen slikken. Ik vond dat niet helpen
en ben er mee gestopt. Toen kreeg ik te horen: zie je wel, jij weet het beter dan die
specialist, en weer was het dat ik niet normaal was.
Nadat we weer verhuisd waren kwamen de moeilijkheden meer en meer. We konden
helemaal niet met elkaar praten en ik zat steeds maar weer met die onlustgevoelens en
angsten. Die had ik steeds gehad, ook tussen elke zwangerschap in, altijd angsten om
weer in verwachting te raken maar wist ik veel van voorbehoedmiddelen. Niks, altijd was
het maar weer dat alles op mij neerkwam. Tot op een zekere dag de huisdokter zei: 'Ik
mag het niet zeggen (maar ja, hij was een katholieke man die ook niet goed raad wist met
dit soort dingen), maar wat zou je ervan vinden als je de pil kon krijgen?' Ik zei ja, dat
wil ik wel. Nou, dan moest ik er maar met mijn man over praten dan kon ik die wel
krijgen.
Ik heb bijna 3 1/2 jaar de pil geslikt, maar mijn man wilde helemaal niks meer met me,
want dat was eigenlijk toch weer niet goed, die pil. Dus stopte ik ermee, we probeerden
weer andere dingen zoals het kondoom, maar dat remde hem weer teveel dus dat wilde
hij eigenlijk ook weer niet. Maar ja. Tot op een zekere dag een kondoom gescheurd was
en we bij de NVSH belandden. Die dokter daar raadde ons aan meer over die dingen als
seksualiteit te lezen en ik kreeg in die tijd een pessarium. We gingen naar de bibliotheek
van de NVSH en ik kwam tot ontdekkingen die ik niet voor mogelijk had gehouden. Wat
had ik een armoedig bestaan gehad, maar volgens mijn man was dat omgekeerd. Hij las
alleen wat ik aan hem tekort had gedaan. En zo werd de ellende nog erger. Hij was niet
van plan zich door boekjes iets te laten opdringen en genegenheid, vrijen, lief zijn voor
elkaar, dat was niet nodig. Hij had daar geen behoefte aan en dat hoefde dan voor mij óók
niet, dat was alles romantiek, iets uit de Middeleeuwen.
Daarna heb ik me er maar bij neergelegd, maar ik had er geen vrede mee. Mijn behoefte
aan tederheid bleef. Ben toen naar een buro voor levens- en gezinsmoeilijkheden gegaan
in de hoop dat, met een derde erbij, mijn man wel eens wilde gaan praten maar niks hoor,
iedere keer weer lag alles aan mij en hij ging vrijuit want ik brak de terapie af. Na een
http://www.purepage.com Previous page Top Next page