Navigation bar
  Print document Start Previous page
 65 of 121 
Next page End 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
65
'Kop op' of: 'Het zal wel meevallen' zijn gezegdes, die getuigen van een volkomen niet-
weten, zijn gezegdes, die een averechtse uitwerking hebben. Het gevoelsleven krijgt dan
nog een extra opdonder en je krimpt van binnen helemaal in elkaar.
Nu zal ik proberen zo begrijpelijk mogelijk voor buitenstaanders (mensen dus, die de
depressie niet aan de lijve hebben ondervonden) uit te leggen hoe je je voelt in een
depressie en wat volgens mij de juiste behandeling is. (Depressief-zijn en down-zijn zijn
heel verschillende dingen. Een up in een depressie ligt nog ver beneden de gewone down,
die  iedereen wel kent).
De depressie is een toestand van de Geest en is geen zenuwkwestie. Het gevoelsleven is
dan geheel naar binnen geslagen en de depressie treedt op, wanneer het gevoelsleven
door de omstandigheden voor 100% in de knel zit en er gevoelsmatig geen enkele uitweg
meer is. De gezonde mens heeft uitstraling van energie en door middel van die uitstraling
legt hij kontakten. Een mens in een depressie heeft geen uitstraling meer en kán geen
kontakten meer leggen 
Kenmerken:
Totale eenzaamheid en totale verlatenheid. Geloof, hoop en liefde zijn weg en je sleept je
voort in een groot geestelijk onbehagen. Min of meer sterke zelfmoordneiging, vooral 's
morgens bij het opstaan. Die zelfmoordneiging is een bewustzijnsvernauwing. Niet
kunnende denken, alleen b.v. het kringetje: 'Was ik maar dood, was ik maar dood' van de
vroege ochtend tot de late avond. Iedere depressie heeft bovendien zijn obsessie. Een
geheugen als een zeef: plop erin, plop eruit. Een min of meer moordende levensangst; het
veiligste plekje is je bed en de juiste behandeling zou zijn: een liefdevolle verzorging in
bed. Hoe beslotener de ruimte des te beter. (In een vertrek: met gezelschap). Dat voelt
veiliger. Niet naar buiten; dan wordt de zelfmoordneiging sterker doordat het geestelijke
onbehagen groter wordt. Geen gezelligheid kunnende geven (o.a. niet kunnende praten en
áls je praat gaat het toonloos zonder intonatie; je bent doorgaans heel stil) en geen
gezelligheid kunnende ondergaan. Altijd huiverig en boven op de kachel willen zitten.
Een afschuw hebbende van koud water (omdat een grotere afkoeling het gevolg is! ).
Daarom met warm water (je laten) wassen. In paniek voor de klerenkast staan. Je sloft
het liefst in hetzelfde. Het is een onvoorstelbaar geestelijk lijden; het is een ware hel.
Bijzonder afmattend en je bent doorlopend moe. Een afschuw hebbende van lichamelijke
inspanning. Je sleept je voort in doffe gelatenheid, murw van geestelijk lijden. Van
gevoelsmatige ellende weet je niet waar je het zoeken moet. Een arm die om je heenge-
slagen wordt geeft enige troost. Je huilt doorlopend (van binnen) en je voelt je geheel
hulpeloos. Je kunt je dan ook niet verweren tegen onrecht jou aangedaan. Je hebt gewoon
alles te slikken want een weerwoord heb je niet. Sterke gevoelens van
minderwaardigheid. Deze gevoelens van minderwaardigheid zijn gerechtvaardigd; je
voelt je en je bent ook een waardeloos vod. Geen enkele belangstelling kunnende
opbrengen. Zware schuldgevoelens, ook al, omdat je jezelf als een belasting voor anderen
ziet. Het is dan ook de taak van de psychiater en de verpleging om zo nu en dan met je
praten over je negatieve gevoelens als zelfmoordneiging, geestelijk onbehagen, het
lijden, het minderwaardigheidsgevoel, de schuldgevoelens en dan zeggen: 'Je mag ziek
zijn, je màg ziek zijn.' De gesloten mens moet opengebroken worden. Dat kost stapels
zakdoeken! Je begint dan vanzelf weer te denken en dat is je redding. Je moet eigenlijk
vertroeteld en gekoesterd worden, zodat een gevoel van behagen het onbehagen verdrijft.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page