Navigation bar
  Print document Start Previous page
 86 of 121 
Next page End 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
86
Langzamerhand kwamen er ook wat schamele voorzieningen bij invaliditeit, ziekte en
werkeloosheid van werkende mannen. Pas na de tweede wereldoorlog werd de staat echt
'verzorgingsstaat', want toen werd het sociale verzekerings- en voorzieningsstelsel opgebouwd
dat we nu kennen, waarin iedereen verzekerd is van een ekonomies bestaansminimum. In de
woorden van na de oorlog, 'verzorgd van de wieg tot het graf'. De redenen daarvoor waren in de
eerste plaats de angst voor kommunisme en fascisme, (ontevreden mensen kunnen immers de
gekste dingen doen), en ten tweede stabilisering van de ekonomie door de koopkracht te
verzekeren zodat er geen krisissen meer zouden komen, want iedereen had nu altijd geld om de
door het bedrijfsleven voor winst gemaakte produkten inderdaad aan te schaffen.
Het feit dat je als je werkt steeds premie betaalt voor allerlei verplichte verzekeringen, zodat je
een uitkering krijgt als er iets gebeurt, en dat je bijstand kunt krijgen als je niet werkt, zou onze
staat dus tot een verzorgingsstaat maken. Geld is verzorging, Nou ja, we weten allemaal wel dat
dat niet zo is. Maar op zich zou het misschien niet zo erg zijn, als het daar bij bleef. Geld is altijd
prettig, je hebt een dak boven je hoofd en je hoeft niet te verhongeren.
Maar zo eenvoudig is het niet, want de instanties die de uitkering geven moeten natuurlijk wel
goed weten of je er recht op hebt. Dus daarom moet je geval goed onderzocht worden: door
dokters als je zegt dat je ziek bent, door psychiaters als je zegt dat je zenuwachtig bent, door
maatschappelijk werkers als je gewoon 'onaangepast' bent. En zo worden bij de 'verzorging' door
middel van uitkeringen al heel wat 'hulpverleners' ingeschakeld die niet tot taak hebben om hulp
te verlenen, maar om de instanties gegevens te verschaffen of bepaalde regelingen al dan niet
van toepassing zijn. Dat zijn dus mensen die opgeleid zijn om hulp te geven, en waar je die hulp
ook van verwacht, en dus met enig vertrouwen op af komt, maar die dan iets heel anders doen.
Ze kijken of je de boel niet bedondert, of je wel echt ziek bent, of je niet een ander baantje kan
nemen, dus of je hun 'hulp' wel echt waard bent.
Dat zijn echter niet de enige nep-hulpverleners die in de verzorgingsstaat rondlopen. Het
geweldsapparaat - die afdelingen van de verzorgingsstaat die voor orde en rust moeten zorgen -
dat vroeger genoeg had aan soldaten, heeft nu ook psychiaters, psychologen en maatschappelijk
werkers. Ook hun taak is niet in de eerste plaats hulpverlening, maar assistentie bij de
ordehandhaving, het geweld, de repressie: was de verdachte toerekeningsvatbaar? Zijn er
perspektieven voor zijn reklassering? Vangt zijn vrouw hem goed op? En dan de
kinderbescherming, met een leger van hulpverleners die alles weten van goede gezinnen en gave
persoonlijkheden. Deze hulpverleners doen ook allemaal of ze helpen, terwijl ze in feite helpen
met straffen van wie de maatschappelijke normen overtreedt.
Verder zijn er dan nog grote gebieden van overheidswerkzaamheid die nog sterker de pretentie
van hulpverlening hebben: de zorg voor de volksgezondheid, de jeugdzorg en tenslotte het
welzijnswerk. Dat laatste is de modernste tak van aktiviteit, en veel mensen weten niet eens wat
het inhoudt. Het wordt onderverdeeld in 'kultureel werk', dat bestaat uit vormende aktiviteiten in
vormingscentra en buurthuizen om mensen te scholen en te emanciperen ter bevordering van de
'mondigheid'. Dan heb je 'opbouwwerk', waarbij mensen in een buurt geholpen worden om hun
eigen leefomgeving te bepalen, doordat de opbouwwerkers hun wensen 'vertalen' naar de
gemeentelijke overheid; en tenslotte het maatschappelijk werk, waar naar individuele problemen
van mensen die in de maatschappij ergens zijn vastgelopen wordt gezocht. Dit klinkt allemaal
als echte hulpverlening, maar de werkelijkheid pakt wel een beetje anders uit.
Wanneer een groep ál te opstandig dreigt te worden, 'ontdekt' het kultuurwerk deze groep en
weet via vormingswerkachtige aktiviteiten de eisen en ontevredenheid om te buigen naar iets dat
maatschappelijk geaksepteerd is.
Vrouwen die opstandig worden, b.v. komen in groepen te zitten waarin ze zich niet meer
bezighouden met hun eigen onderdrukte positie, maar juist afgeleid worden en 'zich op de
samenleving gaan oriënteren'.
http://www.purepage.com Previous page Top Next page