Navigation bar
  Print document Start Previous page
 99 of 121 
Next page End 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104  

De Bonte Was, VROUWEN OVER HULP BIJ ZIEKTE EN PROBLEMEN, Amsterdam 1978
99
heroïne), een paar zitten er op de wallen, eentje zit met haar kinderen bij 'Blijf van m'n
lijf' en eentje is directiesecretaresse. Twee van ons zijn aktief in de vrouwenbeweging.
Ik ben nu degene die ik ben ondanks en niet dankzij m'n inrichtingsopvoeding.
Groepsleiders, psychologen, maatschappelijk werksters en psychologen dringen hun
normen en waarden aan kinderen op. Die normen en waarden zijn: heterofiel zijn, een
partner kiezen, daarmee trouwen, kinderen krijgen en een gezin vormen, de vrouw werkt
thuis.
En toch.
We weten dat een groot deel van de meisjes die in tehuizen hebben gezeten in de
prostitutie terecht kom t. Alleen aan het lage zakgeld in de inrichtingen kan het niet
liggen. De hele kinderbescherming is erop gericht om brave, kritiekloze, hardwerkende
huismoeders aan de maatschappij af te leveren.
Er klopt iets niet.
Meisjes'bescherming' 2: De Goede Herder
Ik was 14 toen ik naar een tehuis in Velp ging. Tussen mijn ouders was niet alles koek en
ei en ik liep vaak van hun weg. Mijn moeder heeft er voor gezorgd dat ik naar een
gesloten inrichting moest. 'De Goede Herder' in Velp. Daar zeiden ze dat we
klaargemaakt moesten worden voor de maatschappij. Je kon daar naar school: typen,
koken en engels leren.
Ze waren heel streng. Een keer had ik sigaretten achtergehouden en zat op de trap te
roken. Toen de sigaret op was, was ik in slaap gevallen met m'n hoofd tegen de schouder
van m'n vriendin. Ik werd beschuldigd van lesbiese toestanden en moest daarvoor en voor
het roken een oud aardappelenhok in. Daar lag zand in, wat wel warm was, en je moest je
uitkleden en kreeg dan een wit lang kleed aan. Ik heb daar anderhalve dag ingezeten. Dat
mag helemaal niet, zo lang opgesloten worden. We mochten helemaal niet met elkaar
praten, alleen wanneer er leiding bij was. Ze waren bang dat we met elkaar plannen
zouden beramen om weg te lopen. Soms kon ik wel met andere meisjes op de wc praten.
Ik vond het er heel vreselijk.
Mijn voogdes was wel een aardig mens, maar ze mocht alleen voor in het huis zitten, en
de direktrice praatte altijd op haar in. Ik heb gezegd: Kom maar eens kijken achter in het
huis. Ze schrok zich rot toen zij de tralies zag en de werkafdelingen zag waar we de hele
dag moesten strijken voor de buitenwereld en voor het klooster. Ze vond het net een
gevangenis.
Toen heeft ze gezorgd dat ik naar een tehuis voor werkende meisjes mocht. Dat was in
Roermond. Er waren geen tralies en je mocht wel weg. Maar de direktrice, een non, was
een ontzettend vuile etter. Ze kon ontzettend goed treiteren. Er was vastgesteld hoeveel
geld je kreeg, maar het grootste deel stak ze in haar eigen zak. Sommige meisjes mochten
wel even weg, anderen niet. Ze had er altijd wel een reden voor waarom dat was. Een
meisje heeft zelfmoord gepleegd. Ik kon heel goed met haar opschieten, ze was bijna een
zus. Ze had een vriend, die een pooierachtig figuur was. Ze werd door hem seksueel
misbruikt. Ze moest ook voor hem werken en had ook een geslachtsziekte opgelopen. Ze
vertelde aan ons wat er gebeurd was en dat lekte uit. Ze werd daarna alsmaar gevolgd.
Ook hadden ze de politie ingeschakeld. De direktrice treiterde haar ontzettend. Ze mocht
geen korte rokken of lange broeken aan. Ze mocht 's avonds niet weg. Ze moest direkt
van school naar huis komen. Toen is ze weggelopen en daarna in Zetten geplaatst. Toen
http://www.purepage.com Previous page Top Next page