Navigation bar
  Print document Start Previous page
 29 of 73 
Next page End 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34  

Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
29
streek hebben helemaal niet zoveel met hun buren op. Komt U maar wanneer het U uitkomt;
we zullen allebei blij zijn om U te zien. Zeg maar tegen uw moeder dat ik dat bord morgen
terugstuur, en die honing zal ons heerlijk smaken.'
Toen mevrouw Britton de buitendeur omzichtig achter Jonathan Nye had dichtgedaan kwam
ze de kamer binnen met een vaart alsof haar boosheid haar als een stoomwolk voortstuwde.
'Louisa Britton', zei ze, je moest je schamen - je schamen! Je hebt hem behandeld als een
....varken!'
'Ik kon er niets aan doen.'
'Je kon er niets aan doen! Je kunt iedereen op een fatsoenlijke manier behandelen. Nog nooit
heb ik iemand zoiets zien doen! Je hoeft heus niet bang voor hem te zijn. Hij is heus niet zo
gek op je dat hij van plan is om je te schaken. Er zijn andere meisjes in de stad, evenveel
waard als jij, en knapper. Waarom heb je je andere jurk niet aangetrokken? De kamer
binnenkomen met dat oude ding aan, en je haar helemaal in de war! Hij zal heus geen zin
hebben om weer te komen.'
'Ik hoop het', zei Louisa heel zachtjes bij zichzelf. Ze trilde over haar hele lichaam.
'Wat zei je?'
'Niks.'
'Er valt voor jou ook niks te zeggen; hem op zo'n manier behandelen terwijl hij hierheen
kwam om die heerlijke honing te brengen! Hij had zich netjes aangekleed ook. Hij had een
hele mooie jas aan, van de allerbeste stof, en het was een beetje vochtig toen hij binnenkwam.
Dus heeft hij zich speciaal aangekleed om op deze regenachtige avond hier te komen en
honing te brengen.'
Mevrouw Britton greep het schoteltje met honing en liep er snel mee de keuken in.
'En zeggen dat je geen honing lust nadat hij al die moeite had gedaan om het te brengen!' zei
ze. 'Al had ik moeten liegen tot ik barstte, dan had ik nog gezegd dat ik er dol op was.' Zij
zette het schoteltje in de voorraadkamer.
Wat ruikt er hier in vredesnaam zo sterk en rokerig?' zei ze scherp.
'De haring, denk ik. Ik heb er een paar in de winkel gekocht.'
'En waarom heb jij dan wel haring gekocht?'
'Ik dacht dat U het misschien lekker zou vinden.'
'Ik heb geen zin in haring nu we honing hebben. Maar ik wist niet dat jij geld had om over de
balk te smijten.'
Ze schudde de oude man die naast de kachel zat, half wakker, en voerde hem naar zijn
slaapkamertje naast de keuken. Zijzelf sliep in een slaapkamertje naast de woon- en zitkamer.
Louisa's kamer was boven.
Louisa stak haar kaars aan en ging naar bed; de scheldende stem van haar moeder
achtervolgde haar als een boze geest.
Toen ze in het donker in bed lag huilde ze maar weldra viel ze in slaap. Ze was op een te
gezonde manier moe van het werken in de buitenlucht om lang wakker te blijven. Al haar
jonge botten deden zeer van het zware lichamelijke werk zoals ze het afgelopen jaar, sinds ze
haar school was kwijtgeraakt, al vele keren pijn hadden gedaan.
De B rittons waren arm en zo was het altijd al geweest. Alles wat zij op de wereld bezaten
was dit huisje met twee hectare land. Met het weinige geld dat Louisa op school verdiende
hadden zij hun voedsel en kleding gekocht sinds haar vader was gestorven. Nu verhongerden
ze bijna. Met veel moeite probeerde ze een klein beetje voedsel van hun met stenen bezaaide
stukje land te halen; ze zwoegde als een Europese boerenvrouw. Haar New England
waardigheid had ze daarbij opgegeven. Onlangs had zij zelf een stuk hout dat zij van een
buurman had gekocht in stukken gehakt en ze betaalde het af door voor zijn vrouw te werken.
'Denk je eens in: een onderwijzeres die bij mevrouw Mitchell gaat helpen schoonmaken.' zei
haar moeder.
Previous page Top Next page