Navigation bar
  Print document Start Previous page
 46 of 73 
Next page End 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51  

Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
46
'Ik klaagde toch niet, moeder.'
'Dat moet je ook maar beter niet doen, met zo'n goeie vader en zo'n goed huis als jij hebt. Stel
dat je vader je het huis uitstuurde om te werken voor de kost? Veel meisjes moeten wel, en die
zijn echt niet sterker en beter in staat om te werken dan jij.'
Sarah Penn waste met een resoluut gebaar de braadpan. Ze schuurde de buitenkant net zo
vlijtig als de binnenkant. Ze hield haar kleine huisje voorbeeldig op orde. Haar ene
woonkamer leek volledig vrij van alle stof dat je nu eenmaal krijgt als het dagelijks leven over
levenloze dingen heenschuurt. Ze veegde, en het leek of er geen stofje voor de bezem
uitgejaagd werd; ze poetste en je kon geen verschil zien. Ze was een kunstenares, zo perfekt
dat het geen kunst leek. Vandaag haalde ze een deegkom en plank tevoorschijn om pasteitjes
te maken en er zat niet meer bloem op haar schort dan op die van haar dochter die veel fijner
werk deed. In de herfst zou Nanny trouwen - ze was bezig met het opnaaien van witte batist
en borduursel. Ze was ijverig aan het naaien terwijl haar moeder bakte; haar zachte melkwitte
handen en polsen waren witter dan haar fijne kantwerk.
'We moeten binnenkort de kachel naar het schuurtje brengen', zei mevrouw Penn. 'We hebben
het nu over tekort aan dingen maar het is een ware zegen om de kachel in dat schuurtje op te
kunnen bergen als het warm weer is. Dat heeft vader goed gedaan, die kachelpijp daar zo te
plaatsen.' 
Terwijl ze het deeg rolde vertoonde Sarah Penn's gezicht een uitdrukking van zachtmoedige
kracht, die typisch had kunnen zijn voor een nieuwtestamentisch heilige. Ze maakte
vleespasteitjes. Haar man, Adoniram Penn, hield daar het meeste van. Ze bakte twee keer per
week. Adoniram hield van een stukje gebak af en toe, tussen de maaltijden door. Vanmorgen
haastte ze zich. Ze was later dan gewoonlijk begonnen en ze wilde de pasteitjes klaar hebben
voor het middageten. Hoeveel wrok ze ongewild ook tegen haar man mocht koesteren, toch
zou ze nooit tekort schieten in haar onverdroten aandacht voor zijn wensen.
Een voornaam karakter komt wel door een sluipdeurtje als er geen brede poorten zijn. Sarah
Penns karakter was vandaag zichtbaar in kruimelige pasteitjes. Trouw maakte ze haar
pasteitjes, terwijl ze, als ze opkeek van haar werk, van over de tafel uitkeek op datgene wat
aan haar geduldige en standvastige geest knaagde: het graven van de kelder voor de nieuwe
schuur op de plaats waar Adoniram haar veertig jaar geleden had beloofd dat hun nieuwe huis
zou komen te staan.
De pasteien waren klaar voor het middageten. Een paar minuten over twaalven kwamen
Adoniram en Sammy thuis. Het middageten werd ernstig en gehaast verorberd. Er werd nooit
veel gepraat aan tafel bij de Penns. Adoniram zei een gebed en meteen begonnen ze te eten;
daarna stonden ze op en gingen aan hun werk.
Sammy ging terug naar school. Met soepele sprongen huppelde hij steels het erf af, net als een
konijn. Hij wilde voor school nog knikkeren en was bang dat zijn vader hem wat klussen zou
geven. Adoniram haastte zich naar de deur en riep hem, maar hij was al uit het zicht.
'Ik snap niet waarom je hem hebt laten gaan, moeder', zei hij. 'Ik wilde dat hij me het hout
hielp afladen.'
Adoniram ging aan zijn werk op het erf en laadde het hout van de wagen. Sarah ruimde de
borden op; Nanny haalde haar papillotten uit haar haar en trok een andere jurk aan. Ze wilde
naar de winkel om meer borduursel en draad te kopen.
Toen Nanny weg was, liep mevrouw Penn naar de deur. 
'Vader!' riep zij.
'Ja, wat is er!'
'Ik wil je even spreken, vader.'
'Ik kan dit hout niet zo laten liggen. Het moet afgeladen worden en ik moet voor tweeën een
lading grint halen. Sammy had me moeten helpen. Je had hem niet zo vroeg naar school
mogen laten gaan.'
Previous page Top Next page