Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
51
haar kinderen, hun kleine huisraad naar de nieuwe schuur over te huizen terwijl haar
echtgenoot weg was.
Nanny en Sammy volgden de instructies van hun moeder zonder tegenspraak op; ze waren
zelfs vol ontzag voor haar. Er is iets beangstigends en bovennatuurlijks in alle daden die nooit
eerder ondernomen zijn, zoals die van hun moeder. Nanny liep heen en weer met kleine
pakjes, en Sammy sjouwde met beheerste inspanning.
Om vijf uur 's middags was de inboedel van het kleine huis waarin de Penns veertig jaar lang
hadden gewoond, overgeheveld naar de nieuwe schuur.
Elke bouwmeester bouwt in zekere zin voor onbekende doeleinden, en is in zekere mate een
profeet. De architect van Adoniram Penn's schuur had, toen hij hem ontwierp voor het gemak
van viervoetige dieren, beter gepland dan hij wel wist voor het gemak van mensen. In één
oogopslag zag Sarah Penn de mogelijkheden ervan. Die grote boxen, afgeschermd met
dekens, zouden betere slaapkamers zijn dan die ene die ze veertig jaar lang had gehad; en er
was een beschut koetshuis. De tuigkamer, met haar schoorsteen en legplanken, zou haar
droomkeuken worden. De grote ruimte in het midden zou een zitkamer worden, mettertijd
waardig voor een paleis. Boven was net zoveel ruimte als beneden. Met schotten en vensters,
wat een huis zou dat worden! Sarah bekeek de rij stijlen vóór het voor de koeien bestemde
gedeelte, en besloot dat daar haar hoofdingang zou komen.
Om zes uur stond de kachel al in de tuigkamer, het water kookte, en de thee stond klaar op de
tafel. Het zag er bijna zo huiselijk uit als het verlaten huis aan de andere kant van het erf was
geweest. De jonge knecht was aan het melken, en Sarah droeg hem bedaard op de melk naar
de nieuwe schuur te brengen. Met open mond ging hij op weg; hij liet kleine schuimvlokken
uit de boordevolle emmers achter op het gras.
Voor de volgende morgen aangebroken was had hij al overal in het dorp het nieuws verspreid
dat de vrouw van Adoniram Penn naar de nieuwe schuur verhuisd was. De mannen troepten
samen in de dorpswinkel en hadden het erover; vrouwen met omslagdoeken over hun hoofd
schuifelden elkaars huizen binnen nog voor hun werk klaar was. Elke afwijking van de
gewone gang van leven was in dit rustige stadje genoeg om alle voortgang tegen te houden.
Iedereen hield op met werken om de ernstige, onafhankelijke figuur die langskwam te
bekijken. De meningen over haar liepen uiteen. Sommigen vonden dat ze gek was; anderen,
dat ze losbandig en opstandig was geworden.
Op vrijdag kreeg zij bezoek van de dominee. Het was vroeg in de middag, en zij zat bij de
schuurdeur erwten te doppen voor het avondeten. Ze keek op, beantwoordde zijn groet
waardig, en ging door met haar werk. Ze nodigde hem niet binnen. De vrome uitdrukking op
haar gezicht bleef, maar er kwam een boze gloed over. De dominee stond enigszins verlegen
voor haar, en praatte. Zij behandelde de erwten alsof het kogels waren. Tenslotte keek ze op,
en uit haar ogen sprak de geestkracht die haar zachtmoedige voorhoofd een heel leven lang
verborgen had gehouden.
'Praten heeft geen zin, mijnheer Hersey', zei ze. 'Ik heb het allemaal goed overdacht, en ik
geloof dat wat ik doe, goed is. Ik heb ervoor gebeden, en het gaat tussen mij, de Heer en
Adoniram. Het is niet nodig dat een ander zich daarmee bemoeit.'
'Ja? natuurlijk, als u het de Heer in gebed heeft voorgelegd, en ervan overtuigd bent dat u doet
wat juist is, mevrouw Penn', zei de dominee hulpeloos. Zijn magere gezicht met de grijze
baard gaf hem een aandoenlijk voorkomen. Hij was een ziekelijke man; zijn jeugdig
vertrouwen was bekoeld; hij moest zichzelf even meedogenloos geweld aandoen om sommige
van zijn pastorale plichten te volbrengen als een katholiek asceet die zich geselt, en dan
voelde hij zich terneergeslagen door de kwelling. 'Ik geloof dat het juist is, net zoals ik geloof
dat onze voorvaders het bij het rechte eind hadden, toen ze overkwamen uit het oude
vaderland omdat ze niet kregen wat hen toekwam' zei mevrouw Penn. Ze stond op. Zoals zij
zich gedroeg leek de drempel van de schuur wel Plymouth Rock. 'Ik twijfel er niet aan dat U