Mary Wilkins Freeman, MOEDER IN OPSTAND en andere verhalen. De Bonte Was, 1980
52
het wel goed meent, meneer Hersey', zei ze, 'maar er zijn dingen waar de mensen zich maar
liever niet mee moesten bemoeien. Ik ben a l langer dan veertig jaar lid van de kerk. Ik heb
mijn eigen gedachten en mijn eigen benen, en ik zal mijn gedachten zelf bepalen en mijn
eigen gang gaan, en niemand, behalve de Heer, zal me iets opleggen, tenzij ik dat zelf wil.
Wilt U niet even binnen komen? Hoe gaat het met mevrouw Hersey?'
'Heel goed, dank U', antwoordde de dominee. Hij voegde er nog enige verontschuldigende
opmerkingen aan toe; toen trok hij zich terug.
Hij kon een gedetailleerde uiteenzetting geven over elk karakter in de Bijbel, hij had een
buitengewoon goed inzicht in de Pelgrim Fathers en alle andere historische vernieuwers, maar
Sarah Penn ging zijn verstand te boven. Hij kon de oorspronkelijke gevallen uit het oude
testament wel aan, maar tegen soortgelijke gevallen in zijn praktijk moest hij het afleggen.
Maar tenslotte, hoewel het niet zijn terrein was, vroeg hij zich eerder af hoe Adoniram Penn
zijn vrouw zou aanpakken dan hoe de Heer dat zou doen. De verbazing was algemeen. Toen
Adoniram's vier nieuwe koeien kwamen, gaf Sarah de opdracht om drie ervan naar de oude
schuur te brengen en de vierde naar de ruimte in het huis waar de kachel had gestaan. Dat
verhoogde de opwinding. Er werd gefluisterd dat de koeien alle vier in het huis gestald waren.
Op zaterdag tegen zonsondergang, toen Adoniram thuis verwacht werd, stond er een troepje
mannen op de weg, in de buurt van de nieuwe schuur. De knecht had al gemolken maar hij
bleef rondhangen. Sarah Penn had het avondeten al helemaal klaar. Er was bruinbrood en
gebakken bonen en een vlataart; een maal waar Adoniram erg van hield, vooral op
zaterdagavond. Ze had een schone katoenen jurk aan en ging onverstoord haar gang. Nanny
en Sammy volgden haar op de hielen. Ze keken met grote ogen en Nanny trilde zenuwachtig.
Toch was de opwinding voor hen eerder aangenaam dan iets anders. Een natuurlijk
vertrouwen in hun moeder, ten koste van dat in hun vader deed zich nu gelden.
Sammy keek uit het raam van de tuigkamer. 'Hij komt er aan', kondigde hij bang fluisterend
aan. Hij en Nanny gluurden over het kozijn. Mevrouw Penn ging door met haar werk. De
kinderen keken toe hoe Adoniram het nieuwe paard in de oprit liet staan en naar de huisdeur
liep. Die was vergrendeld.
Toen liep hij om naar het schuurtje. Die deur was zelden vergrendeld, zelfs als het hele gezin
weg was. De gedachte dat haar vader plots voor de koe zou komen te staan flitste door
Nanny's hoofd. Er klonk een hysterische snik in haar keel.
Adoniram kwam tevoorschijn uit het schuurtje en keek verbijsterd om zich heen. Zijn lippen
bewogen; hij zei iets, maar ze konden niet horen wat. De knecht gluurde om de hoek van de
oude schuur, maar niemand zag hem.
Adoniram pakte het nieuwe paard bij de teugel en leidde het over het erf naar de nieuwe
schuur. Nanny en Sammy kropen dicht tegen hun moeder aan. De schuurdeuren zwaaiden
open, en daar stond Adoniram de lange kop van het grote Canadese boerenpaard keek goedig
over zijn schouder heen.
Nanny bleef achter haar moeder, maar Sammy stapte plots naar voren en ging voor haar staan.
Adoniram staarde naar het groepje. 'Hoe komt het dat jullie allemaal hier zijn?', zei hij. 'Wat is
er met het huis aan de hand?'
'We zijn hier gekomen om te wonen, vader' zei Sammy. Zijn schelle stem klonk licht trillend
maar moedig de ruimte in. 'Wat' - Adoniram snoof - 'wat ruik ik, wordt hier eten
klaargemaakt?' zei hij. Hij liep verder en keek in de openstaande deur van de tuigkamer. Toen
wendde hij zich tot zijn vrouw. Zijn oude borstelige gezicht was bleek en verschrikt. 'Wat
betekent dit in vredesnaam, moeder?', bracht hij uit.
'Kom eens binnen, vader', zei Sarah. Zij ging hem voor naar de tuigkamer en sloot de deur.
'Nu, vader', zei ze je hoeft niet bang te zijn. Ik ben niet gek geworden. Er is geen reden om je
ergens zorgen over te maken. Maar we zijn hierheen gekomen om hier te wonen en we blijven
hier ook wonen. Wij hebben hier net zoveel rechten als nieuwe paarden en koeien. Het huis